Verhalen uit de praktijk 1: een gevalletje beenpijn.....


Aanpak
Mijn analyse rondom dit probleem was niet makkelijk, en het koste me ook een paar afspraken om samen met de cliënt dit hele verhaal te duiden. Zeker omdat er ruimte moest zijn voor emotionele ondersteuning gezien de lijdensdruk. Om vanuit een BioPsychSociale benadering te beoordelen wat er gedaan kon worden was ik onzeker over de uitsluiting van de Bio-component. Ja, er was vrees vermijdend gedrag en ja, er waren sterke emoties en cognities en ja, er was een sterk gevoel van somberheid. Maar wat was de kip en wat was het ei?
Uiteindelijk besloot ik in te zetten op meer onderzoek op de Bio-component. Om een lang verhaal kort te maken; cliënt kon een MRI laten maken onder begeleiding van een technicus die zijn implantaat kon bewaken tijdens het onderzoek. De uitslag was een aanwezigheid van een facetcyste L5-S1 rechts met beïnvloeding van de radix dorsalis S1. De voorgestelde behandeling door de neurochirurg was een full endoscopische cyste resectie. Dit alles was telefonisch besproken met de cliënt, het was Covid-19 tijd. Een week voor de ingreep was er nog een laatste afspraak bij de neurochirurg. De dag daarna had ik telefonisch overleg met de cliënt:
- Ik : Goedemorgen met Edwin fysiotherapeut, ik zou u even bellen vandaag.
- Cliënt : Ja, ga er maar even voor zitten. De ingreep gaat niet door…….. Drie dagen geleden ben ik gevallen.
Ik dacht dat ik op een stoel ging zitten maar kwam ernaast terecht. Ik had enorm veel pijn, dat kun je wel voorstellen. Maar toen ik bijkwam van de schrik merkte ik dat mijn beenpijn direct minder was. Ik begreep er niets van. Gisteren, twee dagen na de val, ben ik dus bij die neurochirurg geweest met heel veel minder beenpijn. Hij vroeg hoeveel procent minder, ik zei 80-90 procent. Dan gaan we niet ingrijpen zei hij…….. - Ik : Zei hij ook waarom?
- Cliënt : Ja, hij dacht dat die cyste door de val kapot kon zijn gegaan waardoor de druk op de zenuw direct minder is. Hij was daar vrij stellig over. We hebben afgesproken het de komende tijd aan te kijken.
- Ik : Heb je mij verder nog nodig?
- Cliënt : Ik zou graag willen kijken met je of ik iets kan doen om te voorkomen dat die cyste weer terugkomt
Nawoord
Het is voor mij als fysiotherapeut een bijzonder verhaal. De klinische onzekerheid die ik voelde over ‘hoe veilig zijn we vanuit de Bio-component’ werd gevoed door de neuropathische karakteristieken van de pijn en door de dermatomale aanwijzingen voor hyperalgesie en allodynia. Dit steunde mij om uit te zoeken hoe deze cliënt wel aanvullend beeldvormend onderzoek kon krijgen, om de bijdrage van de Bio-component aan dit verhaal te valideren. Intercollegiaal samenwerken met huisarts en specialist was hierbij de sleutel. Uitdagend en leerzaam was de manier waarop ik het fysiotherapeutisch klinisch redeneren moest kunnen verwoorden. Ik heb hier veel van geleerd, met name de argumenten die ik gebruikte om de aanwezigheid van neuropathische pijn aannemelijk te maken hebben mij daarbij geholpen. Mijn kennis over anatomie en pathologie heb ik aan moeten scherpen om deze casus te kunnen begrijpen. Wat me enorm geholpen heeft is de pijnanalyse te hanteren naar de 3-deling van;
nociceptische – neuropathische – nociplastische pijn.
Veel vragen blijven er uiteraard nog open, bijvoorbeeld; Hoe kan beenpijn na maanden aanwezigheid direct na een mechanische impact minder zijn. De discussie in literatuur bij radiculaire prikkeling gaat vaak over of het meer een inflammatie is dan een mechanische compressie waardoor de conductie in de wortel ontstaat. Hier lijkt het tweede meer voor de hand te liggen?
Recentelijk, een jaar na de laatste afspraak sprak ik cliënt nogmaals. Het bleek nog steeds goed te gaan, de neuropathische pijn is niet teruggekomen.
Heel bijzonder wat de afloop is geweest, ik heb dit niet eerder meegemaakt de afgelopen 34 jaar.
Bedankt voor het lezen!
Edwin de Raaij
Maart 2022